sequenties & scenes

OUVERTURE

[Lied 1: Groener dan groen, blauwer dan blauw][Koor]

Terwijl een plattelandsvrouwen- en mannenkoor, begeleid door een symfonisch ondersteund fanfareorkest, iets te pompeus de thematische openingssong inzet, waarin het leven op het platteland en de natuur overdreven verheerlijkt en geromantiseerd worden, zien wij kitscherige beelden van het waterrijke Giethoorn en omgeving, die niet alleen in kleur nogal dik aan gezet zijn, maar die ook vet naar de oude Haanstra-beeldrijm knipogen. De lucht is blauwer dan blauw, het gras is groener dan groen. Stapelwolken doen hun naam eer aan.

Ook de eendenplaag waarmee dit dorp kennelijk opgezadeld zit, wordt treffend in beeld gebracht. Wat uitloopt op een waterballet van eenden in de Busby Berkeley-traditie.

Bovenstaande beelden worden bovendien doorsneden met beelden van jonge en oude DORPSBEWONERS die met hun instrument op weg zijn (naar een repetitie van de fanfare), al of niet per punter. In het bijzonder de knappe jonge ANNETJE met haar sax, maar ook haar vader GEERT met zijn bombardon en tegenstrever TOINE met zijn hoorn worden bij ons geintroduceerd, op zo’n manier dat we weten: We gaan een romantische comedy zien. Met muziek en liedjes.

De vredige sfeer in het natuurgebied blijkt al snel schijn.

Terwijl het koor nog volop ons dorp verheerlijkt, zijn we via een dorpscafé, waar vooral eendgerechten op het menu staan (deze week is “Peking Eend” favoriet), beland in een zaaltje ernaast bij de repetitie van de plaatselijke fanfare “Kunst Baart Kracht”.

TOINE zet de solo op zijn hoorn iets te hoog in, kennelijk niet voor de eerste keer, wat leidt tot de irritante allesdoordringende lach van GEERT, ook niet de eerste keer, want dat leidt weer tot een bijna-handgemeen tussen de twee, waarbij de oudere en jongere mannen en vrouwen van het orkest, waaronder Annet, tussenbeide moeten komen. En het plattelandskoor maar zingen!…

Opvallend is dat de zeer bejaarde DIRIGENT niet in staat blijkt enige invloed uit te oefenen op de ruzie.

Intussen zijn deze beelden doorsneden met die van een MOTORDUIVEL die zich richting Giethoorn spoedt.

En ook door beelden van burgemeester BOLDERMAN die fanfaresponsor SPUYER gerust stelt: alles gaat prima, over twee weken winnen ze de hoofdprijs op het concours.

Maar nauwelijks is Spuyer vertrokken of opgewonden vraagt de burgemeester bij de rijkspolitie waar zijn bijstand blijft.

De aankomst van de motorduivel in het dorp gaat niet ongemerkt voorbij. Wat een knappe jonge man! ROY is zijn naam.

Wanneer Roy het café betreedt, waar de ruzie nog volop voortwoedt, wordt zijn oog getroffen door de mooie jonge ANNET, lid van de fanfare, die boven op het biljart staat en de gemoederen probeert te bedaren met een scheurende saxsolo.

Roy en Annet kijken elkaar aan, en wij weten: liefde op het eerste gezicht.

Roy, de politieversterking waar de burgemeester om gevraagd had, maar nog in burger, maakt zich los van het tafereel en gaat op weg naar de burgemeester.

Annet, de dochter van de cafebaas Geert met de bombardon en de gemene lach, ruimt het café en het repetitielokaal op.

Beide denken ze aan elkaar, na die indringende blikwisseling, en samen (maar toch apart) zingen ze een lied.

[Lied 2: “Wie ben jij“][Roy/Annet]

ACTE I

Terwijl zijn gedachten bij het meisje in het café zijn, arriveert Roy bij de burgemeester. Hem wordt de problematiek uitgelegd en zijn taak wordt vastgesteld. Roy moet het gezag herstellen buiten en binnen de fanfare. De zeer bejaarde dirigent (zo hadden we al gezien) is daartoe namelijk niet in staat.

Het wordt Roy duidelijk dat Bolderman zeer in z’n maag zit met de twist in de fanfare, zijn persoonlijke eer is eraan verbonden: als voorzitter van de vereniging en van de stichting die het provinciale concours organiseert, maar ook omdat hij de gemeente overdreven veel subsidie aan de fanfare heeft laten uitdelen. De achterwand van zijn burgemeesterskamer bestaat grotendeels uit een prijzenkast met bekers van “Kunst Baart Kracht” en persoonlijke prijzen met de dubbelloops in de eendenjacht.

Roy probeert een discussie over wat Bolderman nu precies met ‘gezag herstellen’ bedoelt, maar dat valt in verkeerde aarde. Bolderman houdt niet van moderne kletspraat, en zeker niet van een rijkspolitieman. Gezag, daar heeft hij Roy nou juist voor naar het dorp gehaald. Eigenlijk is hij al zeer geirriteerd dat Roy z’n uniform nog niet draagt. Kortom, een hartelijke verstandhouding is hier niet bezig te ontstaan.

Roy gaat op weg naar het andere dorpscafé, waar hij in pension is. Onderweg doet hij de kleine supermarkt aan waar hij achterdochtig bekeken wordt. Hij koopt er bier en nog wat en vraagt de weg naar het café. Een andere klant, Lies, een leuk meisje een paar jaar ouder dan hijzelf, wil hem wel de weg wijzen. Het toeval wil dat het café van haar broer is en dat zij daar ook woont. Sterker: hij is bij haar in pension!

Als ze weg zijn, wordt er in de supermarkt meteen geroddeld over hen door een `Koor van Roddelende Dorpsdames’ (dat we ook al even in het openingslied hadden gezien). [Eventueel gaan we dit koor vaker gebruiken om het verhaal verder te helpen.]

[Lied 3: “Wat moet die man” ][Koor Dorpsdames]

Burgemeester Bolderman blijkt nu al zó ontevreden over Roy, dat hij achter diens rug om met een meerdere van Roy belt. Hij wil een andere agent en anders op z’n minst versterking. Dit stuit kennelijk op bezwaren. [Moet running gag worden.]

Lies is de zus van de eigenaar van het café, waar Roy in pension is en waar zij ook woont. Ze is heel erg gecharmeerd van Roy. En helemaal als hij in uniform is. De eigenaar is Toine, degene die te hoog inzette op zijn hoorn en ruzie kreeg met Geert, de vader van Annet.

Roy voelt zich aan een kant wat ongemakkelijk bij de opdringerige Lies (mede omdat hij net nog die Annet zo leuk vond), aan de andere kant helpt het natuurlijk de eenzaamheid te verdrijven in zo’n pension. Dus is hij niet echt afwijzend.

Het loopt tegen het vallen van de avond en Roy wordt aan de eendenbout gezet. Daar kunnen ze wat van in Giethoorn. Vandaag Pekingeend met zure appeltjes en rode vruchtenwijn.

Annet maakt een avondwandelingetje (samen met een vriendin uit de fanfare?) en is `toevallig’ in de buurt van Café-terras-pension “Toine” uitgekomen. Achter het reeds verlichte raam ziet ze Roy van zijn bout smikkelen in gezelschap van de vrolijke Lies. Die is anders niet zo opgewekt. Roy ziet Annet niet.

En Annet komt humeurig terug in het café van haar vader, die het moet ontgelden.

Roy, op zijn zolderkamer in het pension, staart uit over de plassen, die hier bij het pension en het terras aan het water beginnen. Ontstellend veelvuldig en luid gesnater van eenden. Soms klinkt een schot en het snerpend krijsen van een eend.

Lies sluipt de trap op naar Roy’s kamer.

Roy leunt over de leuning van het balcon, terwijl de zon nu echt onder gaat. Het oranje oranjer (kan dat?), het zwart van het water zwarter (?), de muziek van het lied “Wie ben jij” klinkt zacht.

Lies, sexy gekleed, klopt voorzichtig op de deur van Roy’s kamer.

Maar Roy, op het balcon, hoort het niet. Hij meent toch duidelijk te zien dat de eenden een soort waterballet in het duister uitvoeren. Hij kijkt z’n ogen uit.

Lies gaat de trap weer af.

Roy op het balcon valt zingend in in de muziek met het refrein van “Wie ben jij”, terwijl de eenden hun waterballet uitvoeren.

Annet kijkt televisie op haar zolderkamertje en ziet een fantasie van haar waarin zij het succesvolle middelpunt is, bewonderd door Roy: zij als glamorous fotomodel, hij als fotograaf. [n.b. Ze weet nog niet dat Roy politieman is.] De muziek van’Wie ben jij’ als sentimentele ondergrond. Ze omhelzen elkaar aan het eind van de sessie.

Annet wordt ruw uit haar projectie gewekt door haar vader die op de deur bonkt. ‘Slapen, licht uit, het is vroeg dag’. Haar licht gaat uit, en daarna staart ook zij uit het raam.

De lichten in het dorp gaan een voor een uit.

Eenden neuken in de duistere sloten en plassen als wilden, nog steeds begeleid door de sentimentele versie van `Wie ben jij’.

ACTE II

Vroeg in de ochtend gaat de nu geuniformeerde Roy op pad om een espressootje te drinken (en om Annet te zien). In het café van Geert.

Het is er uitgestorven. Roy wacht aan de tap. Hij hoort de stemmen van Annet en haar vader Geert. Ze hebben ruzie.

Geert en Annet zijn in de keuken achter de tap. De ruzie loopt hoog op.

Roy geniet.

Annet vindt het gedrag van haar vader tegenover Toine buitengewoon kinderachtig. Wanneer wordt hij eens volwassen? Geert geeft mopperend toe. Het is duidelijk dat hij het z’n dochter naar de zin wil maken. En hij belooft dat hij nog een keer, zonder pesterij van Toine aan de repetitie van de fanfare zal mee doen. Annet is tevreden.

Ze komt de gelagkamer binnenlopen, waar ze een geuniformeerde agent aan de tap ziet zitten wachten. Ze schrikt, herkent Roy eerst niet.

Roy stelt zich voor en verklaart zijn aanwezigheid in het dorp. Geert, die beseft dat Roy de ruzie gehoord moet hebben, probeert zich een houding te geven. Bagatelliseert b.v. zijn rol bij de ruzie in de fanfare.

Roy vraagt Annet of ze hem het dorp wil laten zien. Maar Annet heeft geen tijd. Ze moet naar Toine.

Roy loopt met Annet op, vraagt haar uit over het dorp. Dat hij bij de politie zit, maakt haar niet enthousiast, wie wordt er nou ordehandhaver? Roy loopt teleurgesteld met haar mee. Bovendien gaat Annet Toine vertellen dat hij zich niet meer bezorgd hoeft te maken. Er valt voor Roy dus weinig orde meer te handhaven.

Vanuit de supermarkt worden ze gezien. Er wordt geroddeld. Weer dat koor.

Lies ziet Roy en Annet aankomen en vermoedt meteen wat er met de twee aan de hand is: Roy neemt afscheid van verlegen Annet, waarbij hij haar hand vastpakt, die ze snel terugtrekt.

Annet wil Toine spreken, maar die is nog even met JACOB bezig, de eigenaar van minimart. Deze aast op een boegbeeld van een halfnaakte vrouw dat Toine in zijn bezit heeft. De komst van Annet maakt hem zenuwachtig, hij vertrekt snel.

Annet heeft nu de gelegenheid Toine te overtuigen: ze heeft van haar vader Geert afgedwongen dat hij niet meer zo kinderachtig zal doen bij de repetities, maar dan moet Toine zich ook niet meer laten uitdagen. Toine belooft dat hij het nog een keer zal proberen met Geert: mits deze persoonlijk zijn excuses aanbiedt.

Lies zingt intussen op het verlaten terras.

[Lied 4: “Hij is voor mij, ik zal hem krijgen“][Lies]

Als Annet, tevreden over het succes van haar onderneming, het café verlaat, wordt ze opgewacht door Roy met zijn motor: of ze niet een ritje achterop wil maken. Na enige aarzeling (uiteraard) laat Annet zich verleiden. Hij zal haar – met een kleine omweg – naar huis brengen.

De rit eindigt door Roy’s gebrekkige kennis van de omgeving met motor en al in een punter. De punter heeft door de motor een flinke vaart gekregen en overvaart – o, omgekeerde symboliek – bijna een omvangrijk eendengezin, dat fladderend een heenkomen zoekt. In hun poging het gezin te ontwijken botsen ze met de motor tegen een lange rij volle melkbussen die aan de kant van de sloot klaar staan om opgehaald te worden, tot wanhoop van de betreffende veehouder. [Running gag: dit gebeurt vaker in de film].

Door de schok vallen Roy en Annet tegen elkaar aan.

[Lied 5: “Is dit verliefd?”][Roy-Annet]

eindigend in bijna-kus.

ACTE III

Roy kan de burgemeester nu opgewekt melden dat de hele zaak vrijwel in kannen en kruiken is en dat Roy niet lang meer zal hoeven blijven. De burgemeester is iets te openlijk opgelucht. ‘We wachten het nog een paar dagen af, dan kan je aftaaien’.

Er rolt een telex binnen met de aankondiging van de versterking waar Bolderman om gevraagd heeft (Roy ziet dat trouwens stiekem en moet er om glimlachen). Na Roy’s vertrek belt Bolderman iets te overhaast met Roy’s meerderen dat de versterking (waarschijnlijk) niet meer nodig is.

Annet dwingt haar vader om persoonlijk zijn excuses aan te gaan bieden aan Toine, zodat het conflict uit de wereld is. Geert zegt dit met tegenzin toe. Met zoveel tegenzin, dat we het ergste moeten vrezen.

Geert gaat in een punter op weg, met medeneming van een tochtige koe die in een wei apart geplaatst moet worden.

Toine ontvangt op zijn terras aan het water op dat moment een buslading tochtige middelbare toeristendames. Ze raken in opwinding wanneer ze Roy langs zien komen. Roy komt op het terras lunchen en lacht naar Lies die met de bediening helpt. Ze flirt met hem.

Toespraak voorzitster van de damesclub over De Paringsdans van de Eend, onderbroken door:

Nog meer opwinding bij de dames als Geert met z’n koe over het water lijkt te zweven [de befaamde scene], wat even later veroorzaakt blijkt te zijn door een punter.

[Lied 6:”Tochtige Koe”] [Geert met dameskoor]

Geert, die Lies met Roy ziet flirten, is inderdaad gekomen om zijn excuses aan te bieden, maar hij krijgt niet de gelegenheid, want Toine heeft het nu te druk met z’n business. De koe, net aan land, schrikt van de opgewonden joelende dames en rent het terras op, wat leidt tot consternatie en tot verwoesting van Toines terras. Dames springen in het water, meubilair vliegt rond.

Toine zweert wraak! Roy, die de verwoesting meemaakte, heeft de neiging Toine gelijk te geven. Lies stookt Roy verder op: Geert deed het met opzet.

Roy prest Geert én Toine om – ondanks de gebeurtenissen op het terras – toch naar de repetitie te gaan. Hij krijgt ze zo ver. Maar de tegenzin is groot.

En Lies fluistert Geert – ongezien door de anderen – iets beledigends toe bij zijn vertrek. Geert krijgt een rood hoofd, maar zegt niets. (Tja, wat zal ze gezegd hebben?)

Geert vertelt Annet – om de aandacht af te leiden van de gebeurtenissen – dat Roy op Lies valt en dat ze zich geen illusies moet maken: Roy is een `vieze stadse flirt, die heeft te veel kinderporno in beslag moeten nemen’. Annet is aangeslagen.

De repetitie. Iedereen is vol verwachting van wat er gaat gebeuren. Annet is echter afwezig, ze wordt gemist. Geert, wel aanwezig, net als Toine, maakt zich bezorgd over haar afwezigheid.

Annet zit romantisch in haar eentje op een punter op de plassen en zingt en speelt een gevoelige blues. Eenden kijken haar meewarig aan.

[Lied 7: “Eenzaam” ][Annet met koor] [De blues zou een muzikale interpretatie moeten zijn van het nummer dat de fanfare nu repeteert, zodat hij matcht met:]

Bij de repetitie kan haar vader Geert het opnieuw niet laten – hoe hij ook z’n best doet – om, wanneer Toines befaamde solo weer te hoog inzet, in zijn Vreselijke Lach uit te barsten.

En dat is de druppel die de melkemmer definitief doet overlopen. Binnen de kortste keren is het repetitielokaal naast het café van Geert veranderd in een veldslag, die zich voortzet in het café. Geert heeft zijn – vooral oudere – vrienden en medestanders, Toine, die nu wraak kan nemen voor de verwoesting van zijn terras, wordt gesteund door de meest jongere leden van de fanfare. Het meubilair van Geerts café gaat er aan. Het lijkt op een ouderwetse kloppartij in de saloon van een Western.

Maar waar blijft Roy?

Iemand belt het gemeentehuis, waar Roy net wordt gekapitteld door Bolderman omdat hij in burger is komen opdraven. (Roy dacht dat de problemen voorbij waren en was al min of meer op weg naar huis.) Roy gaat snel op weg. Maar het punteren gaat hem helemaal niet goed af. Vloekend probeert hij zich een waterweg door het dorp te banen, tot hij tenslotte maar te voet verder gaat.

Hij wordt gadegeslagen door Annet (ook op weg naar het repetitielokaal) die weer gecharmeerd van hem is. Maar ze durft hem niet aan te spreken (en wij maar denken: doe het nou…!).

Roy komt dus rijkelijk laat om de partijen te scheiden. Hij moet daarbij gebruik maken van zijn kickbokskwaliteiten. Dit gaat helaas ten koste van enkele instrumenten, wat op zich ook weer een grappig stukje muziek oplevert.

Ook Annet komt nu pas binnen. Ze geniet van Roy’s rake klappen en schoppen en moedigt hem aan. Geert ziet haar genieten. Het bevalt hem helemaal niet en hij probeert haar weg te sturen, maar omdat hij zich niet op de vechtpartij concentreert, krijgt hij zelf klappen. Rock `n roll.

[Lied 8: “Ten oorlog“] [Geert met helft Fanfare als koor]

Het gevecht transformeert daarbij in een gestileerde kloppartij die overgaat in dansen.

ACTE IV

Vanaf nu is het dorp gespleten. Klanten in de minimart van Jacob kijken elkaar niet meer aan of sarren elkaar openlijk.

De escalatie begint nog heel goedmoedig.Toine, die een eigen fanfare wil leiden, steelt met hulp van een paar jonge fanfareleden het vaandel uit de repetitieruimte bij het café van Geert.

Toine gaat samen met een groot deel van de jongeren (bijna de helft) de fanfare voortzetten. Wat ze nu alleen nog missen, is een dirigent. En passende bladmuziek. Voor de dirigent weet Lies een oplossing: Albert, een kennis uit de grote stad.

Geert is razend als hij de diefstal van het vaandel ontdekt en wil het ding eigenhandig terughalen. Maar daar steekt Roy een stokje voor. Dit brengt hem zeer in conflict met Geert die hem partijtrekken verwijt.

Sponsor Speyer is op bezoek in het dorp en ontmoet Lies, die hij heel leuk vindt. Lies is eerder verbaasd dan dat ze dezelfde gevoelens voor deze man heeft. Ze raken in gesprek, dat wel.

Annet is heel erg teleurgesteld over de ontwikkeling met de fanfare. Ze is woedend op haar vader, die zich niet aan zijn afspraak heeft gehouden. Maar ook vindt ze de diefstal van het vaandel en de afscheiding beneden peil. Het liefste zou ze in geen van beide fanfares meer zitten, maar ze wil haar vader ook niet in de steek laten.

Hierin zit ze op de dezelfde lijn als de zeer bejaarde maar toch ook weer niet geheel achterlijke dirigent.

Burgemeester Bolderman kan de tweespalt in de fanfare maar nauwelijks verborgen houden voor sponsor Speyer.

Te meer daar Speyer Lies heeft gesproken. Hij valt op Lies en informeert zich bij Bolderman over haar. Bolderman, die Lies langer dan vandaag kent, is zeer negatief over haar, maar dat intrigeert Speyer juist.

Bolderman bezweert Speyer dat hij de zaak onder controle heeft (maar Speyer weet natuurlijk beter, van Lies).

Terwijl het weer opgeruimde en opgeknapte terras bij Toine vol dagjesmensen zit, heeft Geert heeft uit wraak een tiental zeer flatulente koeien in het weitje bij het terras van Toine geparkeerd. Aanvankelijk amuseert het de terrasbezoekers, maar dat duurt niet lang.

[Lied 9: Flatulente Koeien Sonate][met Koor van Roddelende Dames]

Tijdens het lied roept Bolderman Roy, Geert en Toine bij zich, en eist dat het afgelopen moet zijn. Hun kinderachtige ruzie heeft nu direct gevolgen voor het toerisme en dat kan niet getolereerd worden. Hij vertelt hen dat hij geen twee fanfares in zijn gemeente gedoogt, draagt Toine op het gestolen vaandel in te leveren, en zegt dat een van de twee partijen z’n instrumenten zal moeten overdragen (die immers eigendom zijn van de gemeente), en wel die partij die numeriek het kleinste is: de grootste zal de officiele fanfare zijn, zo beslist hij, de meerderheid wint, – want hij wil opeens in democratische zin niet onderdoen voor Roy. Maar: de burgemeester duldt geen tegenspraak. Als Toine niet genoeg leden heeft (hij komt 1 te kort), moet deze maar inleveren. Deze reeks mededelingen, bijna-monoloog, kan mede verteld worden in lied 9.

Het toeval wil nu dat beide partijen even groot zijn, tenminste zolang minimart-eigenaar JACOB UIL (triangel), geen keuze durft te maken tussen de twee fanfares, mede onder druk van zijn bazige vrouw. Door beide partijen wordt de bange Jacob onder druk gezet. Toine weet dat dirty old Jacob altijd geaast heeft op een boegbeeld van een zeegodin met blote borsten dat Toine toevallig in bezit heeft. Hij belooft het hem voor zijn boot. Geert zegt Jacob intussen telefonisch grote orders toe. Maar Jacob mag van zijn vrouw niet kiezen…

Toine blijkt helemaal niet van plan om zijn fanfarehelft op te heffen, zoals de burgemeester eiste, noch om de instrumenten in te leveren (deze zijn gemeenteeigendom, want betaald met subsidie). In tegendeel, de instrumenten worden verborgen op geheime plaatsen en ze worden per punter steeds naar nieuwe bergplaatsen gebracht, terwijl Roy naarstig speurt. Lies wendt voor hem daarbij te helpen; ze laat zich achterop de motor meerijden en zorgt ervoor dat Annet dat ziet.

Roy speurt ook op het water. Dit levert tafrelen op zoals met de eenzaam op het water dobberende trom (de befaamde scene), een moment gezien door rondroeiende Roy, het volgende moment verdwenen is.

Ook wordt er op geheime plaatsen gerepeteerd met de halve fanfare. De repetitie levert toch wel problemen, want er is nog geen dirigent en geen gepaste muziek. Ze proberen het oude nummer, maar dat gaat niet goed met zo’n half orkest, en wanneer Toine z’n hoge noot weer net niet haalt, lacht dit keer een JONGEN veel te hard. Toine heeft echter geen tijd om weer kwaad te worden, want ze worden (door Lies) gewaarschuwd: Roy is in aantocht.

Snel verbergen ze hun instrumenten en geven voor een koorrepetitie te houden. Ze zingen a capella een Beatles Song: “Yellow Submarine”.

Roy voelt zich voor gek gezet, maar ontdekt en passant verboden hormoonpreparaten in de koeiestal. Hij doet alsof hij het niet ziet. Het gaat ook maar om een kleine hoeveelheid. (Intussen zien wij wel dat er elders veel grotere hoeveelheden opgeslagen zijn. Wat de boeren weer niet weten is dat eenden een geheime weg daarnaartoe hebben weten te vinden.)

Intussen arriveert ALBERT in het dorp, de gezellige dikke hulpdirigent voor Toines fanfare, een kennis van Lies, opgetrommeld uit de grote stad. Dat hij homo is, wist Lies wel, maar dat hij in staat is haar broer Toine te verliefd te krijgen, daar staat ze paf van. Een comingout die enige invloed kan hebben op de gebeurtenissen.

Albert kan de situatie met de twee fanfares nauwelijks serieus nemen en moet er vreselijk om lachen. Maar hij is wel bereid om Lies en vooral Toine de helpende hand te bieden. Om te beginnen gaat hij met Toine in privélessen de hoge noot oefenen die deze steeds mist.

Roy vertelt burgemeester Bolderman over zijn vondst van de hormoonpreparaten. Kennelijk zint dat de burgemeester niet, want Roy krijgt prompt de opdracht om te stoppen met die mallotigejacht op de instrumenten. Roy moet Toine en Geert simpelweg verordonneren dat ze de instrumenten inleveren. Punt uit. Als ze dat niet doen, kan hij ze altijd nog arresteren. Roy betwijfelt dat, maar moet gehoorzamen.

Als Roy weg is, telext Bolderman Roy’s superieuren: Roy moet vervangen, hij maakt er een potje van.

Albert gaat naar de oude dirigent voor bladmuziek voor het halve orkest. De oude dirigent wil eerst niet meewerken, maar ze overleggen over de idiote situatie en Albert weet zijn vertrouwen te winnen. De dirigent krijgt een idee en geeft Albert toch bladmuziek mee.

Toine heeft zich teruggetrokken onder een treurwilg op een weiland en zingt een lied, waarin hij droomt van Albert.

[Lied 10: “Ik droom van jou“][Toine alleen; hij danst over de weiden; eendenkoor]

Het lied eindigt met een gevoelige bluesy saxsolo bij beelden van Albert die de omgeving verkent in een roeibootje. Daarbij stuit hij op de treurige Annet die in een bootje op de plas tussen het riet zit te spelen. Albert is onder de indruk van haar muziek..

Roy zoekt Toine om hem een dwangbevel te overhandigen. Hij kan hem nergens vinden. Wel ziet hij via zijn verrekijker in een roeiboot Annet met een vreemde man (Albert), die hij niet goed in beeld krijgt. Het maakt hem verdrietig.

Annet komt (ook verdrietig) thuis. Geert heeft de pest in dat Roy niet in staat is om de instrumenten te vinden. Hij wijt het er aan dat Roy op de hand is van Toine, bijwie hij in pension is. Hij verwijt Annet ook dat ze de verrader zo aardig vindt. Hij besluit zelf de instrumenten te gaan ophalen; hij heeft ze zo bij elkaar, beweert hij, die Roy saboteert de boel gewoon. Annet waarschuwt hem geen eigen rechter te gaan spelen.

Geert en zijn mannen, per punter op zoek naar instrumenten, worden eerst op een dwaalspoor gebracht door de jongens en meisjes van Toines fanfare, die kwaken als kikkers. (De befaamde scene.)

[Lied 11: de Kikkersong Kwakkwak][Allen]

Daarna treffen ze per ongeluk burgemeester Bolderman die zich in een roeibootje bevindt vlak bij een bord `Verboden te Visschen’. De burgemeester pakt snel z’n dubbelloops en wendt voor dat hij eenden aan het schieten is. Bijna raakt hij nog Geert en zijn mannen, die er als een haas vandoor gaan en nog net zien dat de burgemeester zijn evenwicht verliest en in het water kukelt.

Lies heeft intussen een toevalstreffer. Ze kijkt naar buiten uit een bovenraam aan de achterkant van het café-pension.

Minimartkruidenier Jacob Uil komt langs in een gemotoriseerde punter met spullen die hij moet bezorgen. Hij raakt zo van streek door de aanblik van een kamperende toeriste die zich met een tuinslang staat te douchen op het landje achter het pension van Toine, dat hij pardoes de lange rij volle melkbussen raakt die aan de kant klaar staan om opgehaald te worden. Ze vallen om als een spel domino-express. Jacob denkt dat niemand hem gezien heeft en vaart snel door. De getroffen veehouder is net te laat.

Lies lacht. De blote toeriste, zich van geen kwaad bewust, zwaait naar haar.

Terugvarend betrapt Geert Toine en Albert, die een hoge noot zitten te oefenen. Aanvankelijk zien ze Geert niet, maar deze begrijpt wat er tussen de twee aan de hand is en maakt hen aan het schrikken, zodat Albert bijna overboord valt. Hij kan zich nog net aan de stok kan vastgrijpen (de befaamde scene met A.Mol), terwijl de punter met Toine wegdrijft die ziet hoe hartstochtelijk Albert zich aan de stokvast klemt die uit het water steekt…

[Lied 12: “Op de paal“][Albert, event met Toine.]

Als Toine met kleddernatte Albert in het pension terugkeert, heeft Lies verheugend nieuws: Jacob (triangel) heeft zich bedacht: hij doet mee met Toine. Ze hebben de meederheid! Jacob beroert zijn triangel voortaan voor hun fanfare!

Eindelijk heeft Roy Toine te pakken: hij overhandigt hem Boldermans besluit, Toine is persoonlijk aansprakelijk voor de inlevering van de instrumenten. Zo niet dan wacht hem de cel. Maar Toine speelt zijn nieuwe troef uit: hij heeft de meerderheid van de fanfareleden, – Roy moet nu bij Geert zijn. Samen gaan ze op weg naar het gemeentehuis.

Geert gaat deemoedig bij Bolderman langs. Hij wil excuses maken (voor de val in het water van de burgemeester), maar ook beschuldigt hij Toine: met diens homodirigent Albert zijn deze flikkers bezig hun Giethoornse jeugd te misbruiken. Het is een grof schandaal. Als de pers hierachter komt, kunnen ze de toeristen wel vergeten!

Bolderman schrikt hiervan, maar doet alsof hij het niet gehoord heeft. Hij is nog steeds kwaad op Geert vanwege het incident op het water. Hij geeft Geert twee uur de tijd om de instrumenten van zijn fanfareleden in te leveren, anders wordt hij vervolgd wegens diefstal van gemeente-eigendommen.

Geert taait nijdig af en passeert bij het verlaten van het gemeentehuis Roy en Toine, totwie hij een homofobe opmerking fluistert. Toine laat zich nu niet meer kwaad maken. Hij pareert met het overlopen van Jacob naar zijn kamp.

Ook aan Toine en Roy meldt Bolderman dat het hem tot hier zit, Toines meerderheid is een gepasseerd station, ook hij moet binnen twee uur instrumenten inleveren op straffe van beschuldiging van diefstal. En Roy mag na de invordering van de instrumenten over twee uur vertrekken. Opgeruimd staat netjes. Er zal in Giethoorn geen fanfare mee zijn, wat hem betreft, en aan het concours wordt dus niet meer deelgenomen. Hij zal de instrumenten bij autoherstellingsoord “De Opruiming” tot schroot laten persen. Toine krijgt geen weerwoord, Bolderman haalt zijn neus voor hem op en wil Toine zelfs geen hand meer geven bij het afscheid. Hij kijkt raar naar de homo, is duidelijk vies van hem.

Wanneer Toine en Roy zijn kamer verlaten hebben, staat het huilen Bolderman nader dan het lachen. Hij belt met de meerdere van Roy om te melden dat versterking niet meer nodig is.

Speyer, die achter Lies aanzit, weet hier duidelijk allemaal nog niets van. Lies lijkt even in de problemen te komen, wanneer een narrige Roy hen treft. Ze wil ook niet dat Speyer weet wat ze voor Roy voelt: Speyer is een bezitterig type, dat ze kan gebruiken. Maar Roy is gelukkig – voor haar – nu toch niet in de mood voor haar.

Annet bezingt haar liefdesverdriet, abrupt afgebroken door de komst van Roy.

[Lied 13: “Nooit meer verliefd“][Annet, event met Roy]

Uitloop van de muziek tot Acte V.

Roy wil afscheid nemen, maar dat mislukt jammerlijk, mede door de aanwezigheid van Geert, aanwie Roy Boldermans boodschap nog eens komt brengen. Annet denkt nu helemaal dat hij niet voor haar kwam. Wat een misverstanden allemaal. Annet wil hem niet meer zien.

Maar heeft daar ook meteen weer spijt van. Zelfs zo dat Geert medelijden met haar heeft (nu Roy toch het dorp gaat verlaten).

ACTE V

Het inleveren van de instrumenten door de fanfareleden gaat niet van harte (alleen Annet heeft haar eigen instrument), maar toch lukt het Roy ze eindelijk in een opslagruimte van het Gemeentehuis te krijgen. Het komische commentaar terzijde van Albert hierbij amuseert vooral Toine. We zien een ander mens.

Desondanks faalt een laatste poging van burgemeester Bolderman (zijn persoonlijke eer gaat hem toch boven alles) om Geert en Toine te verzoenen (de volgende dag zal het concours plaats vinden). Vooral Geert wil niet buigen (voor die homo).

Nu de instrumenten veilig zijn en het conflict opgelost lijkt, kan Boldermans naar zijn concours vertrekken. (Hij is immers nog steeds bestuurslid.) Voor zijn vertrek telext hij nog even ter bevstiging dat de versterking of vervanging van Roy niet meer nodig is. Maar in de haast maakt hij hij een fout.

Roy kan nu niets anders doen dan vertrekken. Dan maar zonder afscheid van Annet. Het maakt hem niet vrolijk. Hij aarzelt. Hij pakt z’n spullen. Lies komt afscheid nemen, probeert hem alsnog te versieren. Maar Roy wil niet. Ze is beledigd. En Lies steelt uit z’n jasje de sleutel van de opslagruimte waar de instrumenten verborgen liggen.

Roy rijdt het dorp uit (uiteraard in de hoop nog een glimp op te vangen van Annet). En daar, op de plek waar hij kort geleden nog maar aankwam, staat Annet. Ze houdt hem tegen. Ze zijn alleen. Hij doet z’n motorhelm af. Ze vallen elkaar in de armen. De misverstanden zijn snel opgelost en Roy vraagt Annet ten huwelijk.

[Lied 14: “Eindelijk!”][Annet/Roy]

Inleiding tot vrijen. De lucht is blauwer dan blauw, het gras is groener dan groen. Stapelwolken doen hun naam eer aan. Een bliksemschicht. Eenden staan verbaasd toe te kijken (naar het vrijende paar).

Annet wil dolgraag, maar het kan niet zonder haar vaders toestemming.

Lies geeft de sleutel van de opslagruimte aan Toine.

Euforische Toine haalt met zijn fanfareleden hun instrumenten uit het gemeentehuis.

Ze gaan per gemotoriseerde boot op weg. Ook Albert is hierbij.

Iemand van Geerts fanfareleden ziet dit en waarschuwt Geert. Deze ontsteekt in woede. Hij denkt dat Roy er achter zit en zweert wraak op Roy.

Juist dan komt Roy bij hem langs om de hand van zijn dochter te vragen. Een beetje verkeerd getimed. Geert maakt hem heel erg duidelijk dat hij dat wel kan vergeten, die hand. En hij verbiedt Annet om ooit nog contact te hebben met deze verrader, deze ploert. Annet pikt dit niet en dreigt haar vader te verlaten. Maar Geert lacht haar uit, hij heeft trouwens geen tijd voor ruzie met haar.

Ook Geert en zijn fanfare halen nu hun instrumenten uit de opslagruimte. En gaan op weg, in een open vrachtauto.

Spuyer komt in Giethoorn en treft een vrijwel verlaten dorp. Dat maakt hem ook weinig uit, eigenlijk komt hij voor Lies. Van al het gedoe met de fanfares wil hij eigenlijk niets meer weten. Ze vrijen.

Annet lokt Roy, nu Geert op weg is naar het concours, mee naar haar kamer boven het café.

Nu het dorp uitgestorven lijkt, maken eenden daar gebruik van (“Als de kat van huis is…”). Een eendendans.

[Lied 15: “Als de katten van huis zijn…dansen de eenden”][Eendenkoor.]

Toch is het dorp niet geheel uitgestorven. De vrouw van Jacob bijvoorbeeld is achtergebleven en gluurt van achter de gordijntjes en ziet Spuyer met Lies vertrekken in diens Bentley.

En Roy met Annet achterop de motor.

Ook ziet ze de verontruste dirigent uit z’n huisje komen stompelen. Waar is iedereen?! `Wacht op mij!” Hij start z’n gemotoriseerde invalidenkarretje en racet iedereen achterna, op twee wielen door de bocht.

En dan kan De Vrouw van Jacob zich eindelijk omdraaien naar Iemand. “We zijn alleen.” Ze rukt haar voorschoot open.

Een sequentie.

De boot met Toine en zijn mensen, de vrachtauto met Geert en zijn mensen, Lies in de Bentley van Spuyer, Annet achterop bij Roy op de motor, het invalidenkarretje met de dirigent.De boot en de vrachtauto treffen elkaar onderweg, wat de nodige schermutselingen oplevert.

Zo moet de vrachtauto wachten voor een open brug omdat de boot er langs moet, wat de mensen van de vrachtauto niet accepteren. Gegooi met aardkluiten, paardendrollen, appels, andere natuurprodukten.

Of Geerts mensen uit de vrachtauto gooien even verderop vanaf een brug iets in het water waardoor de schroef van de boot vastloopt.

De motor van Roy passeert de Bentley, waarin Roy en Annet tot hun verbazing Spuyer en Lies zien zitten.

De dirigent neemt een binnenweggetje (fietspad) waardoor hij al eerste op het concours arriveert.

FINALE

Alleen burgemeester Bolderman zit al met zijn jury achter de jurytafel, te luisteren naar een fanfare uiteen naburig dorp die er tot zijn ergernis inderdaad helemaal niets van kunnen. Toch klapt het publiek voor hen. Nog meer ergernis.

Net zal worden omgeroepen dat het fanfarecorps uit Giethoorn het helaas door buitengewone omstandigheden zal moeten laten afweten, of daar arriveren de twee helften van het corps. Dat wordt dringen op het podium.

Ook beide dirigenten nemen plaats. Ze kijken elkaar aan een zorgen ervoor dat iedereen precies tegelijk begint te spelen.

Even lijkt het een verschrikkelijke en genante kakofonie te worden, maar langzaam maar zeker transformeert het in een prachtig harmonieus concert, waarin ook Annet nog kan meedoen, al is ze wat later met Roy aangekomen. De corpsen blijken allebei de tegenpartij van eenzelfde compositie te spelen, – dankzij de partituren die de dirigent eerder aan Albert doorspeelde.

Ook Lies en Spuyer zijn getuige van het ontroerende en indrukwekkende optreden dat tot groot enthousiasme van het publiek leidt. De burgemeester is verbijsterd, hij realiseert zich dat hij elke controle kwijtgeraakt is, – dit weer tot groot genoegen van Roy. Maar tegelijk moet hij natuurlijk blij zijn vanwege het succes. Alweer een beker erbij.

Zowel Toine als Geert zijn in hun nopjes en het is duidelijk dat Geert nu ook Annets relatie met Roy accepteert.

[Lied 16: “Liefdesduet“] [Roy / Annet / Toine / Albert / Allen / Koor]

ENCORE

Het lied en de muziek, allemaal een uitwerking van het Fanfare Thema, lopen door onder de beelden van de huwelijksvoltrekking van Roy en Annet en de `verloving’ van Toine en Albert (waar Boldermans natuurlijk niks van wil weten) en van Lies en Spuyer. Alles lijkt weer pais en vree in Giethoorn.

Maar als ook Toine en Albert hand in hand in de huwelijkspunter stappen, kan Geert het toch weer niet houden: hij lacht zijn Vreselijke Lach.

Even lijkt het of de inwoners van het dorp elkaar weer te lijf zullen gaan, maar dan komt er een karavaaan ME-ers het dorp binnenrijden. Boldersmans’ getelex is niet voor niets geweest. Een bureacratisch misverstand dat Boldermans nu niet meer uit de weg kan ruimen.

Geert moet nog harder lachen.

RP/4 dec 2002

PM 1:

[Nog even ter toelichting: ik heb de homosexualiteit van van Toine meer aandacht gegeven omdat ik die outcome na de komst van Albert anders zo raar en vrijblijvend vind. Dan wordt het zo’n grap op zich: Toine blijkt homo, ha ha, tsjonge jonge, ja we vonden het al zo’n rare. Zonder dat er verder iets meer gebeurt. Nu krijgt het een socialere lading: de burgemeester die er niets van wil weten, het gewoon negeert, en er zelfs zijn fanfare voor opzij lijkt te zetten. Op die manier heeft het enig effect op het verhaal. Maar het blijft ondergeschikt.

Gelukkig komt alles weer goed voor de burgemeester, voor iedereen eigenlijk. Als dit geen feel good movie wordt…]

PM 2:

Het zal duidelijk zijndat er veel te veel liedjes staan aangegeven. Dat is met opzet zo. De titels zijn slechts werktitels.

Geplaatst op 6 februari 2008 om 23:13.
Print dit bericht