Alfabetische Lijst van film- en tv-begrippen en hun betekenis

Alfabetische Lijst van begrippen die gebruikt kunnen worden bij het maken van film of televisie, in het bijzonder bij het schrijven van scripts

akte _ Deel scenario van de klassieke verhaalstructuur Begin, Midden, Eind.

angle _ De relatie (letterlijk: hoek) tussen de positie van de camera en wat er gefilmd wordt.

angle on _ Term om een bepaald object te benadrukken, dat gefilmd moet worden vanuit een andere hoek dan het vorige shot.

antagonist _ In de klassieke rolverdeling in drama vind je de protagonist (held) tegenover de antagonist (boef). De held als hoofdpersonage hoort dan te winnen van de boef.

beat _ Term die (tussen haakjes in dialogen geplaatst) gebruikt wordt om aan te geven dat er een kleine pauze in de tekst genomen moet worden, wat spanning geeft aan de woorden die direct daarop volgen. Ook: term voor verhaalwendingen die in een korte zin worden samengevat als fase in de tv-scriptontwikkeling tussen synopsis en scènesamenvatting.

beeldvoering _ De stijl waarin met het beeld (camera) verteld wordt.

bijbel (productie- en karakter-) _ Het boekwerk dat wordt samengesteld ten behoeve van de productie van een film met alle benodigde informatie voor alle medewerkers aan de film. Het heet dan ook wel Productiebijbel, ter onderscheiding van de Karakterbijbel, die slechts een beschrijving geeft van de karakters van de belangrijkste personages.

bioscooprelease _ Het vrijgeven van een voltooide film vóór vertoning in de bioscoop.

black comedy _ Een comedy waarin de humor ontleend wordt aan heftige zaken waarvan je zou denken dat ze je juist níet aan het lachen zouden brengen: dood, oorlog, lijden, verdriet.

bluescreen _ Een proces waarbij gefilmde acteurs spelen tegen een egale blauwe of groene achtergrond, die in de postproductie vervangen kan worden door ander filmmateriaal of computerbeelden, zo dat één samenhangend compleet beeld lijkt te ontstaan.

bo _ Behalve afkorting van box office is het ook de afkorting van buiten opname in scripts van televisieseries.

bollywood _ De grootste filmindustrie ter wereld schijnt gevestigd te zijn in Bombay (India) en wordt dan ook Bollywood genoemd. Zie Hollywood.

box office (bo) _ Ook wel ‘opbrengst van een film aan de kassa’ genoemd: het geld dat door alle bioscoopgangers tezamen voor een film is bijeengebracht.

brainstorm _ Een beperkt aantal personen zit bij elkaar om een bepaald probleem op te lossen door hun gedachten de vrije loop te laten. Veel gebruikt bij film en tv om ideeën of verhalen te ontwikkelen.

breakdown _ De gedetailleerde uitsplitsing van de scènes in een scenario naar locaties, sets, acteurs en props, zodat er planningen gemaakt kunnen worden voor de opnames.

budget _ Overzicht van te maken uitgaven en te ontvangen inkomsten. Voor de kosten en inkomsten voor film- en tv-producties zijn gestandaardiseerde computerformats beschikbaar.

call sheet _ Dagelijks overzicht van welke acteurs waar verwacht worden voor de opnamen.

cameo _ Een heel kleine rol voor de lol (en betaling) gespeeld door een beroemde acteur.

camera operator/cameraman _ Degene die de camera bedient in opdracht van de Director of Photography, voor zover het de Director of Photography zelf niet al is.

cast _ Alle acteurs die in een film meespelen.

casting _ Het uitzoeken en engageren van acteurs in de vereiste rollen van een film in overleg met de regisseur en producent.

character _ Zie Personage.

cliffhanger _ Heel spannend moment aan het eind van een scène of aflevering van een televisieserie _ waardoor de kijker nieuwsgierig gemaakt wordt naar het vervolg.

close-up (cu) _ Opname van heel dichtbij.

cold open _ Opening van een film of aflevering van een tv-serie door nog vóór de openingstitels de aandacht te trekken met een intrigerende scène of sequentie. Zie ook Prégénérique.

comedy _ Een film of televisieserie die bedoeld is om de kijkers aan het lachen te maken. Al was het maar met een glimlach.

commercial break _ De ruimte die gereserveerd wordt binnen een aflevering van een tv-serie of -programma om commercials (‘reclameboodschappen’) uit te zenden.

concept _ Zie Format.

cont. (continued) _ De term die aangeeft dat de dialoog van een personage voortgezet wordt.

continuïteit _ De consequente voortgang in beeld van personages (in houding, aankleding, gedrag), voorwerpen (props), tijd of gebeurtenissen.

credits _ Openingstitels en/of aftiteling waarin aangegeven wordt wie wat gedaan heeft bij de totstandkoming van de film.

crew _ De personen op de set die bij de productie van een film- of televisieopname betrokken zijn, maar daar zelf niet in optreden.

crosscut _ Het door elkaar ‘snijden’ in de montage van twee of meer verschillende scènes _ hetgeen al in het scenario aangegeven kan worden.

cut (to) _ 1. Cut: Woord dat gebruikt wordt door de opnameleider of regisseur om aan te geven dat een opname beëindigd moet worden. 2. Cut to: Term die in een script aangeeft dat een scène eindigt en _ via ‘harde schnitt’ _ vervolgd moet worden door een nieuwe scène. Dit betekent dus dat er een verandering in camerastandpunt, locatie en/of tijd plaatsvindt.

day for night _ Opname die overdag plaatsvindt maar met gebruik van licht- en cameratechniek moet suggereren dat het nacht is. De techniek wordt gebruikt om dure nachtelijke opnamen te voorkomen. In het Frans heet het ‘Nuit Américaine’.

découpage (decouperen) _ Het op papier opsplitsen van scènes uit het scenario in shots alvorens de opnamen plaatsvinden. Het soort shots geeft de stijl van de film aan. Het decouperen van de scènes leidt tot het draaiboek.

dialoog _ Gesprek tussen twee of meer personages zoals genoteerd in een scenario.

director _ Zie Regisseur.

director of photography _ Degene die eindverantwoordelijk is voor het licht op de set, (soorten) shots, lenzengebruik en camerabewegingen.

dissolve _ Overvloeier: beelden van het slot van een scene gaan over in die van de volgende. Het drukt een tijdsverloop uit.
distributeur _ De organisatie die ervoor zorgt dat een film in de bioscoop komt. Dit bedrijf staat tussen filmproducent en bioscoop(keten) in en kan een invloedrijke rol bij de filmfinanciering spelen.

draaiboek _ Op het scenario gebaseerd document waarin de shots en sets staan aangegeven ten behoeve van de opname van een productie. (Zie ook découpage en shooting script.)

drama _ Het woord wordt zowel voor ‘toneel’ gebruikt als voor een ernstig genre fictieve gefilmde verhalen, waarin menselijke conflictsituaties de boventoon voeren.

dramatiseren _ De term dramatiseren wordt in dit boek in de eerste plaats gebruikt voor ‘spanning maken’; spanning op het vlak van menselijke relaties.

dramaturg _ Persoon die door een productiemaatschappij, tv-zender of omroep is aangetrokken om scenario’s te beoordelen en van commentaar te voorzien.

editing _ Zie Montage.

establishing shot _ Shot aan het begin van een film of een scène waarmee voor de kijker duidelijk gemaakt wordt letterlijk waar we ons bevinden. Is de locatie eenmaal ‘ge-established’, zoals dat genoemd wordt, dan kan je je permitteren om verder te vertellen in meer specifieke beelden.

executive producer _ Zie Uitvoerend producent.

exploitation movie _ Film die met zo weinig mogelijk middelen gemaakt wordt om zo veel mogelijk bezoekers naar de bioscoop te trekken.

exterieur (ext.) _ Term die aangeeft dat een scène buiten wordt opgenomen.

extra _ Engelse term voor figurant. Figuranten zijn in het algemeen niet-sprekende acteurs (ns), ook wel oneerbiedig levend behang genoemd.

extreme close _ Een opname van extreem dichtbij (close-up), meestal zien we dan bijvoorbeeld alleen nog de ogen van een personage.

fade-in/fade-out _ Een langzame graduele verandering van een zwart beeld in een normaal beeld (fade-in) of andersom (fade-out).

flashback _ Een scène die de chronologische continuïteit van een filmverhaal doorbreekt omdat hij in het verleden speelt.

flashforward _ Een scène die de chronologische continuïteit van een filmverhaal doorbreekt omdat hij in de toekomst speelt.

format _ Beschrijving van de opzet van een tv-serie, waarin genre, arena, hoofdpersonages, stijl, aantal en lengte van de afleveringen, en mogelijke verhaallijnen worden aangegeven.

freeze _ De beweging van het beeld komt op het scherm tot stilstand.

genre _ Een specifiek soort film of televisieserie. Zie voor een overzicht van genres deel iii van dit boek.

grip _ Algemeen assistent op de set in het bijzonder van het cameradepartement.

hollywood _ De plaats in Californië, Verenigde Staten, waar zich van oudsher het grootste deel van de Amerikaanse filmindustrie heeft geconcentreerd.

insert _ Losse close-up van een voorwerp waar de nadruk op gelegd moet worden.

interieur (int.) _ Term die aangeeft dat een scène binnen op locatie of in de studio opgenomen wordt.

karakter _ (zie Personage)

karakterbijbel _ Naam voor een document waarin de karakters voor een film- of televisieproductie beschreven worden.

karakteriseren _ De term ‘karakteriseren’ wordt in dit boek gebruikt voor het optuigen van personages in een filmverhaal met specifieke eigenschappen, kenmerken en een verleden.

karakterlijst _ Een lijst van kenmerkende eigenschappen van een personage in een film of tv-serie.

kopregel _ De bovenste regel van een scène in een script. Daarin kunnen elementen als scènenummer, int/ext, locatie, dag/nacht, personages en tijd/lengte worden aangegeven.

lay-out _ Opmaak van teksten, koppen en illustraties in drukwerk.

lighting cameraman _ Een cameraman die niet alleen de camera weet te bedienen maar die ook nog eens zoveel van het uitlichten van een set weet dat hij/zij een belichter kan vertellen waar de lampen moeten komen, hij ‘maakt’ het licht op de set.

locatie _ Plek voor opname buiten de studio.

logline _ Intrigerende samenvatting van een filmverhaal van enkele regels, waarin genre, arena, hoofdpersonages, thematiek en plot kortweg geformuleerd worden.

minitreatment _ Samenvatting van een filmverhaal in enkele pagina’s, een ontwikkelingsfase tussen Synopsis en Treatment in.

mise en scène _ Het totaal van bewegingen van camera en acteurs en de opstelling van voorwerpen op de set tijdens de opname van een scène. In het Frans heet de regisseur een ‘metteur en scène’.

monologue intérieur _ Stuk tekst van een personage die hij tot zichzelf spreekt. (Maar dat wel door ons gehoord wordt.)

monoloog _ Stuk tekst bestemd om door één personage te worden uitgesproken, zonder onderbroken te worden door een ander personage.

montage _ Het samenstellen van de uiteindelijke film of tv-aflevering uit de gekozen opnamen, aan de hand van het scenario _ waaraan geluid, muziek en effecten worden toegevoegd.

off camera (oc) _ Is hetzelfde als Off Screen, het personage is buiten beeld van de camera en kan eventueel wel gehoord worden.

off screen (os) _ Het sprekende personage is wel hoorbaar aanwezig, maar niet in beeld.

over shoulder _ Een shot op iemand van achteren over de schouder van een ander. Het wekt de suggestie dat die ander ziet wat wij zien: het hoofd van de een. Veel gebruikt bij indringende gesprekken, waarbij bijvoorbeeld wisselend over de rechterschouder van de een en de linkerschouder van de ander wordt gefilmd.

overvloeier _ Zie Dissolve.

personage (character) _ Een persoon in een filmverhaal of televisieaflevering die uitgebeeld wordt door een acteur.

pilot _ Eerste aflevering van een televisieserie, vaak langer (en duurder) om indruk te maken.

pitchen _ Een pitch is eigenlijk niet meer dan een verkooppraatje. Het kort en bondig, enthousiasmerend naar voren brengen wat de kern, het belang en potentiële succes van een filmproject kunnen zijn, is wat menige schrijver bij een producent of producent bij een distributeur probeert te doen.

plaatje piep _ Plakpiepschuim waarop het licht kan reflecteren. Door lighting Cameraman veel gebruikt om lichteffecten, sfeer te creëren.

plot _ De intrige van het verhaal in een scenario gemarkeerd door plotwendingen.

plot point (plotwending) _ Meestal verrassende of dramatische gebeurtenis in het verhaal dat dit verhaal een zekere wending geeft. De plotwendingen tezamen maken de plot van de film, het zijn meer of minder effecten om het verhaal spannend te houden.

plotwending _ zie plot point.

pov _ Afkorting van point of view, gezichtspunt. Opname vanuit de positie van het personage die dankzij de montage de suggestie wekt dat je door de ogen van het personage kijkt.

prégénérique _ Scène of sequentie waarin (meestal) nog voor de openingstitels iets vertoond wordt wat zich in het verleden heeft afgespeeld dat essentieel is voor het begrijpen van het verhaal na de titels: wat hieraan voorafging… Of soms wordt voor de titels al (een deel van) het einde vertoond: hoe het zo gekomen is… (zien we in de film).

producent (producer) _ Degene die het geld, de faciliteiten en de mensen bij elkaar brengt om de productie mogelijk te maken.

producer _ Zie Producent en zie Uitvoerend producent.

product placing _ Het onderbrengen van producten op de set met de bedoeling sluikreclame te genereren.

productiemaatschappij (productiehuis) _ Het bedrijf dat verantwoordelijk is voor het daadwerkelijk maken van een film of televisieserie.

production value _ De toegevoegde waarde die een bepaalde manier van opnemen, aankleding, luxe rekwisieten of locatiekeuze geeft aan een film of tv-serie om het publiek te behagen.

props _ Afkorting van properties. Dit zijn alle voorwerpen die je in een filmset kan aantreffen. Ook wel rekwisieten genoemd.

protagonist _ Zie Antagonist.

recap _ Fragment van een scène uit een vorige aflevering van een tv-serie, die aan het begin van de nieuwe aflevering wordt vertoond zodat de kijker het vervolg van het verhaal beter kan begrijpen.

regisseur _ Hij bepaalt (na overleg met de producent) de stijl van de film of tv-aflevering door het aansturen van alle betrokken afdelingen: schrijven, design, kleding, camera, geluid, montage, effecten, muziek. Soms schrijft hij ook (mee aan) het scenario. En degene die al of niet met de hulp van de Opnameleider de acteurs en crew leidt bij de opnamen van een film of tv-aflevering. Bij televisieseries is vaak alleen deze laatste rol voor de regisseur weggelegd.

rijder _ De camera rijdt mee met de actie.

rondloper _ Film waarin geen begin en eind zit omdat deze identiek zijn.

running gadget _ Een element in het filmverhaal (voorwerp, gebeurtenis) dat steeds terugkomt en daarmee het verhaal dynamiek geeft. Zie Running Gag.

running gag _ Een grap in een comedyverhaal die steeds terugkomt met als effect dat hij steeds grappiger wordt.

scenario _ Een document met een reeks al of niet genummerde scènes in volgorde die tezamen een verhaal van een film of aflevering van een tv-serie vertellen. Zie ook Scène.

scène _ Een onderdeel van een film of aflevering van een tv-serie die zich afspeelt op een locatie of set, binnen een bepaalde tijdseenheid. In een script is het een deel van een film of tv-aflevering waarin per tijdseenheid en locatie of set via de beschrijving van beeld, geluid, handeling en dialoog het verhaal verteld wordt.

scènelijst _ Lijst met korte kernachtige beschrijvingen van scènes _ nog zonder dialoog _ in de volgorde waarin het verhaal verteld gaat worden. De scènelijst vormt een tussenfase in het schrijfproces tussen Treatment en Scenario.

screenplay _ zie Scenario.

screentime _ De tijd die een scène, film of tv-aflevering uiteindelijk in gemonteerde vorm (dus klaar om vertoond te worden) beslaat.

script _ zie Scenario.

set _ Een plek die gereed is gemaakt en ingericht om te kunnen filmen.

sequentie _ Een reeks opeenvolgende scènes die een zekere eenheid vormen binnen het geheel van een scenario, vaak verbonden door wijze van montage en/of muziek.

shooting script _ Is het scenario herschreven tot een document waarin aangegeven wordt hoe het opgenomen zal worden. Soms worden de termen shooting script en draaiboek in Nederland door elkaar gebruikt. In elk geval hoort het draaiboek een meer gedecoupeerde vorm te hebben dan het shooting Script.

sitcom _ Afkorting van situation comedy. Tv-comedy die zich afspeelt op een minimum aan locaties.

slow motion _ Een filmisch effect waarbij de indruk gewekt wordt dat de beelden vertraagd zijn (hoewel ze in feite versneld worden opgenomen, maar normaal vertoond, wat bedoeld effect geeft).

spanningsboog _ De spanningsboog van een filmverhaal wordt bepaald door de steeds voelbare vragen: hoe gaat het verder, hoe loopt het af.

spin-off _ Letterlijk: afgeleide toepassing. Een verhaal of serie afgeleid van een al bestaand verhaal of serie.

split screen _ Wijze van monteren: we zien meerdere van elkaar geïsoleerde beelden tegelijk op het beeldscherm of doek. Je ziet, bijvoorbeeld, twee mensen met elkaar bellen, links de een, rechts de ander.

sponsoring _ Het financieel ondersteunen van bijvoorbeeld een onderneming als een film of tv-programma met als doel reclame te genereren voor de financier.

sprechhund _ Een Sprechhund is een personage waar een hoofdpersonage tegenaan kan praten zonder dat dit personage nog een substantiële rol in het verhaal krijgt. Soms moet je bepaalde informatie kwijt via dialoog en dan creëer je maar even snel een Sprechhund.

stockshot _ Een shot in een tv-serie dat steeds opnieuw gebruikt kan worden om een vaste locatie aan te duiden, zodat de kijker herkent waar de daaropvolgende scène zich gaat afspelen.

storyboard _ Een reeks niet-gedetailleerd uitgetekende shots van de filmscènes in het scenario, waarmee de regisseur aangeeft hoe hij het perspectief van de camera wenst voor de opname. Zie Découpage en Draaiboek.

storylinen _ Het ordenen van de scènes van verschillende verhaallijnen in een aflevering van een tv-serie.

structureren _ Een ordening aanbrengen in het verhaal of het scenario met behulp van plotwendingen, hoofdstukindeling, scènes en sequenties.

studio _ Afgesloten ruimte die geschikt is om film- of tv-opnamen te maken.

subtext _ De niet uitgesproken tekst in een dialoog die het wezen van de scène aangeeft: de personages zeggen niet wat ze bedoelen, maar de kijker begrijpt wat ze hadden willen zeggen.

suspense _ Het gevoel van spanning dat gecreëerd wordt over de afloop van gebeurtenissen rond een of meer personages in een film of tv-programma met wie je je hebt geïdentificeerd.

synopsis _ Samenvatting van een aflevering van een tv-serie of filmverhaal in een tot twee A4’tjes. Hoofdpersonages, thematiek, globaal verhaalverloop, begin en einde, maar niet noodzakelijkerwijze actie en plot moeten hierin duidelijk worden.

target _ De term wordt in de film- en tv-wereld gebruikt: kijkcijfers, gespecificeerde kijkergroepen of inkomsten als doelen (target) die met een tv-programma of film bereikt moeten worden.

tearjerker _ Een film die opzettelijk tranen probeert op te wekken bij de kijker (wat door sommigen verwerpelijk wordt gevonden).

teaser of trailer _ Een kort spannend filmpje (vooraankondiging) om de interesse van het publiek voor een komende serie (teaser) of film (trailer) op te wekken.

telenovela _ Telenovela is het Spaanse en Portugese woord voor soapserie. Een telenovela bestaat uit een afgerond aantal afleveringen, meestal zo’n 180. De hoofdverhaallijn draait vaak om de grote liefde tussen een rijke man en een arme, aantrekkelijke vrouw.

titels _ De belettering die in een film of tv-aflevering geplaatst is. Credits behoren daartoe, maar ook ondertitels.

titelsequentie _ De reeks beelden die als ondergrond dient voor de begin- of eindtitels.

top shot _ Een shot recht van boven. Het geeft een unheimische sfeer, omdat het aangeeft dat het personage in de ruimte van boven bespied wordt zonder dat te weten.

totaal(shot) _ Shot van het subject met z’n omgeving. Wordt veel gebruikt als openingsshot van een scène, zodat we weten waar we zijn, ofwel als establishing shot.

tv-drama _ Genre waarin intermenselijke (conflict)situaties de boventoon voeren, gemaakt voor televisie.

two shot _ Een shot waarbij twee personages in beeld zijn. Dat mag ook voorgrond-achtergrond zijn, en ze hoeven niet te communiceren. Het shot isoleert hen, indien er andere personages in de buurt zijn die we dus niet zien.

uitlichten _ Kundige belichtingsmethoden die gebruikt worden om de opnamen de door de regisseur gewenste dramatische effecten mee te geven.

uitvoerend producent _ zie ook Producent. De uitvoerend producent wordt door de producent of productiemaatschappij aangetrokken om de voorbereidingen, opnamen en afwerking van een film of tv-serie daadwerkelijk te (laten) organiseren.

verhaallijn _ Een verhaal in een film of tv-serie die ‘een lijn’ wordt genoemd ter onderscheiding van één of meer andere verhalen (lijnen) die gelijktijdig verteld worden.

voice-over (vo) _ De vertellende stem van iemand die niet in beeld is en ook niet in beeld hóeft te komen.

Geplaatst op 1 oktober 2007 om 14:56.
Print dit bericht