Sylvia Brandsteder, directeur van de van de Vevam (die tegenwoordig alleen nog de belangen van regisseurs behartigt), heeft mede namens de Dutch Directors Guild een notitie gepubliceerd waarin wordt uitgelegd dat het onjuist is – dus i.t.t. wat vaak door film- en tv-producenten wordt gesteld – dat regisseurs in hun contracten aan producenten al hun rechten moeten overdragen ‘omdat de exploitatie van het filmwerk anders onmogelijk is.
Dit is iets wat inderdaad door producenten ook altijd wordt voorgehouden aan schrijvers: wij moeten kunnen beschikken over alle rechten, want anders kunnen we geen deals maken met distributeurs en financiers, die immers vrijwel alle opbrengsten van een film willen claimen. Kletskoek, zegt de Vevam.
De notitie is daarom ook zo interessant voor schrijvers omdat het het Netwerk de gelegenheid geeft haar leden hetzelfde te adviseren: draag niet alle rechten over (want dan kan je bijvoorbeeld daar geen pensioen mee mee opbouwen, of: je bent dan alles kwijt als een producent een filmproduct van hem failliet laat gaan waar jij voor werkte), maar geef die alleen rechten in licentie aan de producent die hij nodig heeft voor z’n deals. [Een advies dat trouwens ook al werd gegeven in ‘KIll Your Darlings’] in het hoofdstuk V Terug naar af, over Het Maken van Overeenkomsten, p.411, vijfde druk.]
In de Vevam en het DDG wordt ook gewerkt aan een modelcontract voor regisseurs met producenten, wat wel eens handig zou kunnen zijn voor schrijvers. Samen met het Netwerk zou er eindelijk eens een opgetrokken kunnen worden tegen de wurgcontracten van de Nederlandse producenten, die daarin gesteund worden door zenders en omroepen. En indirect door het Filmfonds.
Lees hier de complete tekst van de notitie, die er nog eens op wijst dat het onrechtmatig is om je Vevam- of Lira-rechten over te dragen, – zelfs dat wordt door sommige producenten geëist.
Geplaatst op 2 maart 2010 om 23:21.